Het Nederlandse vrouwenelftal levert op dit moment een fantastische prestatie tijdens het EK vrouwenvoetbal. Een prestatie die het vrouwenvoetbal in Nederland een positief daglicht stelt. Door de prestaties willen steeds meer meisjes beginnen met de sport. Aan de basis van dit succes staat coach Sarina Wiegman-Glotzbach. Mede door haar tactiek zijn de Leeuwinnen doorgestroomd tot de halve finale, waar zich hopelijk nog niet het eindpunt bevindt. Maar welke tactiek hanteren de Leeuwinnen nu eigenlijk? Dit artikel onderzoekt de tactiek achter het succes van de Leeuwinnen.
1. Formatie
Het Nederlandse vrouwenteam speelt in een 1-4-3-3 formatie. Een typische vorm van de Hollandse school, waarbij er met de punt naar voren op het middenveld wordt gespeeld. Het middenveld wordt gevormd door controlerende middenvelders Spitse en Groenen en de aanvallende middenvelder Van de Donk. Van de Donk en Groenen hebben veel diepgang in hun spel. Spitse speelt meer in een controlerende rol. Het defensieve blok wordt gevormd door Van Veenendaal, Van der Gragt (Van den Berg) en Dekker. De vleugelverdedigers (Van Es en Van Lunteren) complementeren de defensie en komen veelvuldig op in de aanval. Voorin speelt de sterke Miedema. Ze wordt ondersteund door Martens en Van de Sanden. Martens passeert zowel binnendoor als buitenom. Van de Sanden ontvangt de bal liever in de diepte aan de rechterflank.

2. Defensieve structuren
De Leeuwinnen wisselen af in het druk zetten. De Leeuwinnen organiseren zich meestal eerst bij de kop van de middencirkel. Vanuit daar proberen ze tegenstander onder druk te zetten. Dit doen ze op een effectieve en agressieve wijze. Daarnaast speelt de defensie ‘hoog’ op het veld met veel ruimte in de rug.

2.1 Insluiten vleugelverdediger
Als de tegenstander opbouwt via de centrale verdediger (3) naar de rechter vleugelverdediger (2) stapt Martens uit naar de rechter vleugelverdediger (2). Martens schermt daarbij ook de passlijn naar rechtsbuiten (7) af. Spits Miedema verplaatst zich vanuit het centrum naar de rechter centrale verdediger (3) en schermt daarbij de passlijn naar haar af, zodat de pass achterwaarts niet meer mogelijk is. Aanvallende middenvelder Van de Donk schermt de passrichting af naar de vijandelijke defensieve middenvelder (6) af. Het drietal Martens, Van de Donk en Miedema vormen een driehoek om de speler heen, zodat haar opties worden beperkt. Spitse verleent rugdekking aan Martens en schermt de passlijn naar de spits (9) af. Groenen bewaakt het centrum en verleent rugdekking aan Spitse. De rest van het team kantelt naar het centrum om het veld klein te houden.


2.2 Uitstappen middenvelder naar vleugelverdediger
De linker vleugelverdediger (5) van de tegenstander wordt door Van de Sanden gedwongen richting het middenveld te dribbelen. Van de Sanden loopt namelijk met een bochtje aan, zodat de pass achterwaarts niet meer mogelijk is. Het dribbelen naar het middenveld is voor Groenen signaal om uit te stappen naar de vijandelijke vleugelverdediger (5). Groenen zet frontaal druk en Van de Sanden zet druk in de rug van de speelster. Van Lunteren zorgt voor het afschermen van haar directe tegenstandster (11). Spits Miedema zakt iets uit en voorkomt daarmee de pass naar de defensieve middenvelder (6). Controlerende middenvelder Spitse verzorgt de rugdekking voor Groenen en beschermt de ruimte voor de verdediging.


2.3 Veroveren bij buitenspeelster
De linker vleugel verdediger (5) van de tegenpartij speelt langs de lijn de linksbuiten (11) aan. Dit is het moment waarop de Leeuwinnen de bal proberen te veroveren. Van Lunteren zet frontaal druk op de bal door de afstand heel klein te maken. Groenen zet druk van de zijkant en schermt tevens de passlijn naar de controlerende middenvelder (8) af. Van de Sanden komt in de rug van de vijandelijke linksbuiten (11). Wederom vormen de Leeuwinnen een soort van driehoek om de speelster heen. De rest van elftal kantelt af naar de kant van de bal. Spitse neemt in dit geval de direct tegenstandster (8) van Groenen over. Van de Donk zorgt dat de pass schuin achterwaarts niet mogelijk is door voor de defensieve middenvelder te gaan spelen.


2.4 Defensieve lijn tegen 1-4-4-2
Veel tegenstanders van de Leeuwinnen spelen in de 1-4-4-2 formatie. De Leeuwinnen spelen dan met Spitse vlak voor of tussen de centrale verdedigers. Dit zorgt voor een overtalsituatie tegen de aanvalsters (9 en 11) van de tegenstander (3 tegen 2). In het voorbeeld is de tegenstander in balbezit aan de rechterflank bij rechter middenvelder (7). Op dat moment positioneert Spitse zich tussen Van der Gragt en Dekker. Van de Donk en Groenen zijn dan verantwoordelijk voor de centrale middenvelders (6 en 10).

3. Aanvallende structuren
De Leeuwinnen spelen verzorgd en gevarieerd voetbal. Ze vallen via het centrum voornamelijk aan met Miedema, Van de Donk en Groenen. Via de flanken worden de individuele kwaliteiten van Martens en Van de Sanden benut. Ook kiezen vaak voor de klassieke wijze van de 1-4-3-3 door met voorzetten te spelen.

3.1 Aanval vanuit naar lange pass naar linkerflank
De aanval begint bij de centrale verdediger Dekker. Dekker speelt de bal in op de uitzakkende Spitse (1). Groenen trekt weg van de bal om ruimte maken voor Spitse. Na de aanname van Spitse, speelt ze de lange pass naar Martens (2). Martens heeft zich gepositioneerd tegen de zijlijn op de linkerflank. Vervolgens laat Martens de bal vallen op anticiperende Van de Donk (3). Van de Donk kiest voor de kaats in de diepte (4), waar Martens de ruimte benut.


3.2 Aanval via linkerflank
Tijdens de opbouw is Van der Gragt aan de bal. De pass vooruit is in dit geval niet mogelijk, dus zoekt ze zijwaarts de oplossing naar Van Es (1). Van Es zoekt meteen de pass in de voeten van Martens (2). Martens dribbelt met de bal naar het centrum (3). Direct anticipeert Miedema door zich als aanspeelpunt de positioneren. Ze wordt aangespeeld door Martens (4) en kaats vervolgens meteen terug op inlopende Martens (5), die nu tot een schietkans komt op de rand van het strafschopgebied (6). Ook Van de Donk speelt een belangrijke rol in deze aanval. In eerste instantie creëert ze ruimte door aan de rechterkant door het centrum vrij te lopen. Martens heeft daardoor ruimte voor de actie binnendoor.


3.3 Aanval met voorzet via rechterflank
De aanval begint wanneer Dekker de pass naar Groenen verstuurd (1). Groenen wordt geschaduwd door de vijandelijke controlerende middenvelder (8), dus zal ze kiezen voor driehoek naar Van Lunteren (2). Van Lunteren wordt vervolgens onder druk gezet door de uitstappende controlerende middenvelder (8). Daarnaast komt ook de uitgespeelde linksbuiten (11) vanaf achteren druk zetten. Van Lunteren speelt de uitzakkende Groenen aan (3), die nu vrij is van haar directe tegenstandster (8). Groenen kiest nu voor de steekpass op Van de Sanden (4). Ze geeft de pass in het gat tussen de vijandelijke centrale verdediger en de linker vleugelverdediger (4 en 5). De rechtsbuiten kan nu tot een voorzet komen, waarbij ze twee opties heeft. De lage voorzet op de rand van het strafschopgebied, waar Van de Donk zich positioneert (5). De andere mogelijkheid is de hoge voorzet op de kopsterke Miedema (6).



3.4 Aanval via de spits
Van de Donk en Spitse creëren ruimte voor de pass van Dekker naar spits Miedema (1). Dit doen ze door richting de linkerzijde te bewegen. Groenen anticipeert om de pass door alvast richting Miedema te bewegen. Wanneer Miedema de bal ontvangt, kaatst ze op de aankomende Groenen (2). Groenen heeft twee mogelijkheden. De eerste is de steekpass tussen de centrale verdediger en de vleugelverdediger (4 en 5) naar Van de Sanden (3). De andere mogelijkheid is op de lopende Van de Donk, die zich vrijloopt in de rug van Miedema (4).


4. Countermogelijkheden
4.1 Omschakeling via lange pass
Op het middenveld is het Groenen, die de bal verovert bij de controlerende middenvelder (8) van de tegenstander. Na het veroveren speelt Groenen direct Martens aan (1). Martens anticipeert op de ruimte achter de vijandelijke defensie. Ze speelt de lange pass naar de snelle Van de Sanden (2). Van de Sanden speelt de bal zijwaarts op de Miedema (3). Spits Miedema werkt de bal het doel in (4).


5. Conclusie
Sarina Wiegman en haar Leeuwinnen hebben een fantastische prestatie geleverd. De tactiek die coach Wiegman heeft toegepast blijkt uitstekend te passen bij de individuele kwaliteiten van de speelsters. Het drietal in de voorhoede blinkt dit toernooi uit, waarbij Lieke Martens de absolute sterspeler is tot zover. De aanval wordt ondersteund door een stabiel middenveld dat zeer veel arbeid kan verrichten zowel in defensief als aanvallend opzicht. Een groot compliment voor de Leeuwinnen en veel succes voor de komende wedstrijd(en).